zondag 2 november 2014

het basisschoolkind, pedagogiek deel 2

We moesten ook van een ander boek bepaalde delen kennen voor pedagogiek deze periode.
Te weten Feldman 'ontwikkelingspsychologie' hoofdstuk 2, 7, 10 en 13. Hier volgt de samenvatting! BTW, ik schrijf soms dingen erg kort samenvattend op, dit is omdat ik dat vanuit mijn lerarenopleiding geschiedenis zo heb aangeleerd. Sorry daarvoor alvast ;)

HS 2 Theoretische perspectieven en onderzoeken.
In dit hoofdstuk worden vijf belangrijke visies over de ontwikkeling van een kind uitgelegd met bij elke visie een aantal ontstane theorieën.


2.1 psychodynamisch perspectief
psycho=geest       dynamisch=automatisch
Betekenis: benadering van ontwikkeling waarbij men ervan uitgaat dat gedrag gemotiveerd wordt door innerlijke krachten, door herinneringen en door zaken uit het 'onderbewustzijn' zoals conflicten (worstelingen met de situatie)

psychoanalytische theorie van Sigmund Freud
onbewuste krachten zijn bepalend voor iemands persoonlijkheid en gedrag.
persoonlijkheid bestaat uit 3 delen
-id: oermenselijke gedragingen: honger, seks
-ego: rationele deel
-superego: het geweten

Alleen ontwikkeling tot de adolescente fase. Jeugd ondergaat bepaalde fases in het leven, van peuter tot adolescent en elke periode wordt door iets anders gekenmerkt.

psychosociale theorie van Erik Erikson
alternatief voor theorie van Freud. Mens wordt zowel gevormd als belemmerd door samenleving en cultuur. Kijkt verder dan alleen jeugd, men blijft het hele leven veranderen en ontwikkelen.

Mening over het perspectief: vooral gericht op de ideeën die gelden in de westerse samenleving.

2.2 Het behaviouristisch perspectief
Ontwikkeling kind begrijpen door stimuli uit zijn omgeving te onderzoeken. Er wordt niet gekeken naar de geest maar naar het gedrag van een persoon. 2 begrippen zijn belangrijk binnen het behaviouristisch perspectief:
-klassieke conditionering: manier van leren waarbij een mens of bijv. een hond leert om te reageren op een aparte actie die normaal niet plaatsvind. Bang zijn om bijv over straat te lopen nadat je op straat ben overvallen.
-operante conditionering: manier van leren waarbij gedrag verzwakt of versterkt wordt als iemand merkt dat ie bestraft of beloond wordt.
Uit dit laatste volgt gedragsmodificatie: een techniek om gedrag aan te passen d.m.v. belonen en straffen.

sociaal-cognitieve leertheorie:
Gedrag ander > nadoen en zo leren 't zit al in de naam!!
We imiteren gedrag als we zien dat bij een ander het bedrag wordt beloond. Gebeurt in 4 stappen:
1. gedrag van ander bewust waarnemen > 2. gedrag herinneren > 3. gedrag moet goed kunnen worden nagedaan > 4. persoon moet gemotiveerd zijn om het aan te willen leren.
Dus niet enkel straffen en belonen werkt volgens deze theorie.

2.3 het cognitief perspectief
gericht op de processen die mensen in staat stellen om nieuwe informatie te vergaren, en te filosoferen over de wereld.

Cognitieve ontwikkelingstheorie van Piaget
alle mensen doorlopen in een vaste volgorde een reeks van cognitieve ontwikkelstadia. Hij concentreerde zich vooral op de overgangen tussen elk stadia in. Hij zag 2 dingen die gebeurden:
-assimilatie: het kind interpreteert een nieuwe ervaring binnen het ontwikkelingsstadium waar hij al inzit.
-accommodatie: verandering die plaatsvind binnen het denken door een nieuwe ervaring.

De informatieverwerkingstheorie
Hierbij probeert men te achterhalen op welke manier mensen informatie opnemen, gebruiken en opslaan.
Idee opgekomen door de computers, kinderen hebben een beperkt vermogen om informatie te verwerken en zijn in staat om nieuwe technieken te ontwikkelen.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten