Samenvatting van hs 1 t/m 5 en 10 uit "Nieuw Geluid"
Hs 1 zou net zo goed kunnen heten: Waarom muziek op de basisschool?
Betekenis: muziek doet iets men mensen en mensen doen iets met muziek > het doet iets met mensen en dus moet het onderwezen worden.
-Muziek zorgt voor samenspel
-betere concentratie tijdens de les
-expressiviteit
-muziek maakt slimmer
Muzikaliteit: het vermogen om deel te nemen aan muzikale situaties die er in diverse culturen te vinden zijn.
Check de grote blauwegekleurde lap tekst op bladzijde 41 van het boek! Hier staat precies genoteerd van wat the goverment verwacht dat je in je lessen aandacht aan besteed!
Hs 2 KVB Model zie blz 49 voor overzicht van het model
5 domeinen koppelen de leerstof aan vormen van muzikaal gedrag: bewegen, luisteren, zingen lezen en noteren. De leerstof, het KVB-model is:
Klank
Klankduur:
Maat: manier om een muziekstuk ritmisch te spelen.
Denk aan de notenbalk, Er is een maat aangegeven
d.m.v. maatstrepen. blz 51
Ritme: wordt op de maat aangegeven d.m.v.
notenwaardes en rustwaardes blz 53
Tempo: kan langzaam of snel en kan door een nummer
heen veranderen
De articulatie is het nauwkeurig vormen van woorden en
klanken.
Klankhoogte:
Melodie: een muzikaal geheel met een duidelijk begin en
eind en met een specifiek karakter. Het is 'n opvolging
van tonen en elke toon heeft een bepaalde hoogte en
duur. Kan worden weergegeven op de notenbalk.
Harmonie: een aangenaam klinkende vereniging van
tonen. Dit heet een akkoord. Een akkoord bevat 3> tonen
in één
Klanksterkte: hoe sterk en zacht een muziekstuk klinkt.
Tekens en termen: klanksterkte kan worden
opgeschreven met woorden maar ook met tekens. Dit
kan soms beter zijn. Omdat jonge kiddo's nog niet
kunnen lezen. Wordt het geschreven dan kan dat d.m.v.
crescendo en decrescendo.
Crescendo=sterker worden decrescendo=zachter
worden.
Klankkleur:
Klankbronnen: muziekinstrumenten, bodysounds (=eigen
lichaam), materialen en de stem
samenspel: bij kiddo's leidt samenspel tot een mooi
resultaat door te oefenen. Dit heeft een sociale en
bindende werking op mensen, Emoties aanbrengen in de
muziek leidt tot emotionele ontwikkeling.
Vorm: muziekstuk heeft net als een gebouw een bepaalde vorm. Vorm is de structuur van een muziekstuk in het geheel.
Vormprincipes:
-Herhaling: als iets zich nog een keer voordoet
-Contrast: tegenstelling
-Variatie: afwisseling
Vormeenheden:
Motief: het kleinste gedeelte van muziek
Ritmisch motief bij "We will rock you" is bijvoorbeeld 8e
noot, 8e noot eenvierde noot.
Muzikale zin & thema: een zin heeft een begin+eind. Is
voor een muziekstuk een bepaalde zin belangrijk en komt
ie vaker terug dan is het een thema. Dit thema heeft een
voorzin en een nazin. Het begin is een soort vraag en de
nazin is hierop het antwoord (zie blz 72)
Vormtechnieken: technieken om muziek te maken. 4
veelgebruikte technieken zijn
-echo: een herhaling die iets minder hard is dan de
eerste keer dat iets te horen is. Bij kiddo's voorklappen
en naklappen doen, of voorzingen en nazingen.
-imitatie: canon, later precies hetzelfde nadoen
-ostinaat: muzikaal motief wordt constant herhaald.
Iedere kiddo kan je een muziekzin geven die muziekzin
laat je hen constant herhalen. Meerdere stemmen
kunnen volgen.
-sequenst: speciale vorm van herhaling. Telkens op een
andere hoogte herhalen.
Compositievormen: hoe de vormtechnieken in een
muziekstuk terug komen. 4 bekende compositievormen:
-canon
-rondovorm: de rondo (soort refrein) keert meerdere
keren in het muziekstuk voor de rest is couplet
-variatievorm: constante verandering
-bluesschema: melancholische toon. Vast schema van 12
maten verdeeld over 3 regels. Bij de tekst reimt de
laatste van de 3 zinnen op de eerste 2
Betekenis: boodschap of verhalen in de muziek.
Hs 3 vooral doorlezen om hs2 te begrijpen
Zingen is per persoon uniek. De klankkleur is telkens anders. Een goede zanghouding is rechtop staan. Houd je buik en borstademhaling op orde en let op je articulatie.
Liedleiden=sturende rol bij het aanleren van een lied aan kiddo's. Dit doe je in 3 stappen:
1. Introductiefase>in sfeer brengen voor het lied + motiveren
2. Aanleerfase> luisteropdrachten, niet zin voor zin aanleren maar als geheel.
3. Afsluitfase> door reflecteren kiddo's laten nadenken over hun eigen rol.
Blz 108 t/m 132 Hoe geef je muziekles
3.4 Luisteren
> ieder mens luistert met verschillende luisterstijlen
-analytische luisterstijl > analyserend over de muziek
-musicerende luisterstijl > je verplaatsen in de muziek als 'n muzikant. Je let op dat waar je op let als je zelf muziek aan het maken bent.
-motorische luisterstijl > bewust en onbewust fysiek reageren op muziek
-creatieve luisterstijl > geeft zowel in stilte als in actie ruimte aan emoties en laat fantasie de vrije loop
-sociale luisterstijl > luisteractiviteiten met n groep ondernemen + achtergrondmuziek.
Bewegen 143t/m151 Lezen 151 t/m 159
Hs 4 > > > gewoon doorlezen
Hs 5 Samenhang van muziek met andere vakken
5.1.1. Piagets stadiumtheorie > kiddo's zijn actieve
0-2j troostbaar door rustige onderzoekers
muziek
2-7j beeld van werkelijkheid is voor kiddo's statisch> ze leven
zich totaal in bij de muziek
5.1.2. Muzikale stadia: ontwikkelingsmodel van Swanwick & Tillman. Zie tabel 5.2 op blz 207
Fase 1: Zintuigelijke fase > muziekinstrument = erop spelen
allerlei klanken uitproberen
Fase 2: Controlerende fase > oog voor techniek en
vaardigheid om een instrument
te bespelen.
Fase 3: Persoonlijke fase > expressie van klanken 'gedaan
met gevoel'
Fase 4: Fase van de muziektaal: echte muziekstukken zo
echt mogelijk nabootsen.
Fase 5 Speculatieve fase: vorm en structuur van de muziek
wordt onderzocht.
Als leerkracht bemiddelen tussen hoe kiddo's moeten leren en wat ze moeten leren
5.3. Taalreceptie: verstaan
Taalproductie
Taalreproductie
Hs 10 legt uit hoe je goed kan leren zingen, dus dit is meer voor de mensen die merken hier moeite mee te hebben in de praktijk.
kiddo's=dit houdt in alle kinderen die je onderwijst of waar je de leiding over hebt. Andere term, zelfde betekenis: units.
Hs 1 zou net zo goed kunnen heten: Waarom muziek op de basisschool?
Betekenis: muziek doet iets men mensen en mensen doen iets met muziek > het doet iets met mensen en dus moet het onderwezen worden.
-Muziek zorgt voor samenspel
-betere concentratie tijdens de les
-expressiviteit
-muziek maakt slimmer
-muziekles traint om door middel van luisteren de essentie van een gemaakt geluid te doortasten = emotionele intelligentie
Muzikaliteit: het vermogen om deel te nemen aan muzikale situaties die er in diverse culturen te vinden zijn.
Check de grote blauwegekleurde lap tekst op bladzijde 41 van het boek! Hier staat precies genoteerd van wat the goverment verwacht dat je in je lessen aandacht aan besteed!
Hs 2 KVB Model zie blz 49 voor overzicht van het model
5 domeinen koppelen de leerstof aan vormen van muzikaal gedrag: bewegen, luisteren, zingen lezen en noteren. De leerstof, het KVB-model is:
Klank
Klankduur:
Maat: manier om een muziekstuk ritmisch te spelen.
Denk aan de notenbalk, Er is een maat aangegeven
d.m.v. maatstrepen. blz 51
Ritme: wordt op de maat aangegeven d.m.v.
notenwaardes en rustwaardes blz 53
Tempo: kan langzaam of snel en kan door een nummer
heen veranderen
De articulatie is het nauwkeurig vormen van woorden en
klanken.
Klankhoogte:
Melodie: een muzikaal geheel met een duidelijk begin en
eind en met een specifiek karakter. Het is 'n opvolging
van tonen en elke toon heeft een bepaalde hoogte en
duur. Kan worden weergegeven op de notenbalk.
Harmonie: een aangenaam klinkende vereniging van
tonen. Dit heet een akkoord. Een akkoord bevat 3> tonen
in één
Klanksterkte: hoe sterk en zacht een muziekstuk klinkt.
Tekens en termen: klanksterkte kan worden
opgeschreven met woorden maar ook met tekens. Dit
kan soms beter zijn. Omdat jonge kiddo's nog niet
kunnen lezen. Wordt het geschreven dan kan dat d.m.v.
crescendo en decrescendo.
Crescendo=sterker worden decrescendo=zachter
worden.
Klankkleur:
Klankbronnen: muziekinstrumenten, bodysounds (=eigen
lichaam), materialen en de stem
samenspel: bij kiddo's leidt samenspel tot een mooi
resultaat door te oefenen. Dit heeft een sociale en
bindende werking op mensen, Emoties aanbrengen in de
muziek leidt tot emotionele ontwikkeling.
Vorm: muziekstuk heeft net als een gebouw een bepaalde vorm. Vorm is de structuur van een muziekstuk in het geheel.
Vormprincipes:
-Herhaling: als iets zich nog een keer voordoet
-Contrast: tegenstelling
-Variatie: afwisseling
Vormeenheden:
Motief: het kleinste gedeelte van muziek
Ritmisch motief bij "We will rock you" is bijvoorbeeld 8e
noot, 8e noot eenvierde noot.
Muzikale zin & thema: een zin heeft een begin+eind. Is
voor een muziekstuk een bepaalde zin belangrijk en komt
ie vaker terug dan is het een thema. Dit thema heeft een
voorzin en een nazin. Het begin is een soort vraag en de
nazin is hierop het antwoord (zie blz 72)
Vormtechnieken: technieken om muziek te maken. 4
veelgebruikte technieken zijn
-echo: een herhaling die iets minder hard is dan de
eerste keer dat iets te horen is. Bij kiddo's voorklappen
en naklappen doen, of voorzingen en nazingen.
-imitatie: canon, later precies hetzelfde nadoen
-ostinaat: muzikaal motief wordt constant herhaald.
Iedere kiddo kan je een muziekzin geven die muziekzin
laat je hen constant herhalen. Meerdere stemmen
kunnen volgen.
-sequenst: speciale vorm van herhaling. Telkens op een
andere hoogte herhalen.
Compositievormen: hoe de vormtechnieken in een
muziekstuk terug komen. 4 bekende compositievormen:
-canon
-rondovorm: de rondo (soort refrein) keert meerdere
keren in het muziekstuk voor de rest is couplet
-variatievorm: constante verandering
-bluesschema: melancholische toon. Vast schema van 12
maten verdeeld over 3 regels. Bij de tekst reimt de
laatste van de 3 zinnen op de eerste 2
Betekenis: boodschap of verhalen in de muziek.
Hs 3 vooral doorlezen om hs2 te begrijpen
Zingen is per persoon uniek. De klankkleur is telkens anders. Een goede zanghouding is rechtop staan. Houd je buik en borstademhaling op orde en let op je articulatie.
Liedleiden=sturende rol bij het aanleren van een lied aan kiddo's. Dit doe je in 3 stappen:
1. Introductiefase>in sfeer brengen voor het lied + motiveren
2. Aanleerfase> luisteropdrachten, niet zin voor zin aanleren maar als geheel.
3. Afsluitfase> door reflecteren kiddo's laten nadenken over hun eigen rol.
Blz 108 t/m 132 Hoe geef je muziekles
3.4 Luisteren
> ieder mens luistert met verschillende luisterstijlen
-analytische luisterstijl > analyserend over de muziek
-musicerende luisterstijl > je verplaatsen in de muziek als 'n muzikant. Je let op dat waar je op let als je zelf muziek aan het maken bent.
-motorische luisterstijl > bewust en onbewust fysiek reageren op muziek
-creatieve luisterstijl > geeft zowel in stilte als in actie ruimte aan emoties en laat fantasie de vrije loop
-sociale luisterstijl > luisteractiviteiten met n groep ondernemen + achtergrondmuziek.
Bewegen 143t/m151 Lezen 151 t/m 159
Hs 4 > > > gewoon doorlezen
Hs 5 Samenhang van muziek met andere vakken
5.1.1. Piagets stadiumtheorie > kiddo's zijn actieve
0-2j troostbaar door rustige onderzoekers
muziek
2-7j beeld van werkelijkheid is voor kiddo's statisch> ze leven
zich totaal in bij de muziek
5.1.2. Muzikale stadia: ontwikkelingsmodel van Swanwick & Tillman. Zie tabel 5.2 op blz 207
Fase 1: Zintuigelijke fase > muziekinstrument = erop spelen
allerlei klanken uitproberen
Fase 2: Controlerende fase > oog voor techniek en
vaardigheid om een instrument
te bespelen.
Fase 3: Persoonlijke fase > expressie van klanken 'gedaan
met gevoel'
Fase 4: Fase van de muziektaal: echte muziekstukken zo
echt mogelijk nabootsen.
Fase 5 Speculatieve fase: vorm en structuur van de muziek
wordt onderzocht.
Als leerkracht bemiddelen tussen hoe kiddo's moeten leren en wat ze moeten leren
5.3. Taalreceptie: verstaan
Taalproductie
Taalreproductie
Hs 10 legt uit hoe je goed kan leren zingen, dus dit is meer voor de mensen die merken hier moeite mee te hebben in de praktijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten